Inleiding

 

Het oor is globaal onder te verdelen in:

  • De uitwendige gehoorgang
  • Het trommelvlies met daarachter het middenoor. Hierin bevinden zich drie gehoorbeentjes, die samen de gehoorbeenketen vormen: de hamer (malleus), het aambeeld (incus) en de stijgbeugel (stapes). Via de buis van Eustachius staat het middenoor in verbinding met de neus- keelholte.
  • Het eigenlijke gehoororgaan, ook wel het slakkenhuis of het binnenoor genoemd

 

Geluid bestaat uit luchttrillingen. Deze trillingen komen via de gehoorgang op het trommelvlies. Het trommelvlies en de gehoorbeentjes versterken en geleiden de trillingen naar het slakkenhuis. In het slakkenhuis bevinden zich de zintuig(zenuw)cellen, die de trillingen omzetten in zenuwprikkels. Deze zenuwprikkels worden via de gehoorzenuw naar de hersenen gevoerd, waar zij in “horen” vertaald worden.

Het middenoor is onder normale omstandigheden gevuld met lucht, wat dezelfde druk en samenstelling heeft als buitenlucht. De buis van Eustachius maakt uitwisseling mogelijk, zodat de luchtdruk voor en achter het trommelvlies hetzelfde is.

 

Oorontstekingen

 

1) Acute middenoorontsteking

Een acute middenoorontsteking treedt meestal op bij jonge kinderen, vaak in de loop van een verkoudheid en gaat vaak gepaard met oorpijn en koorts. De ontsteking zit in het middenoor en het oorbot (mastoïd). De ontsteking kan “doorbreken”, waarbij er een scheurtje in het trommelvlies ontstaat en er ontstekingsvocht (pus) uit de gehoorgang kan lopen.

De behandeling van de meeste acute middenoorontstekingen bestaat uit medicijnen (in eerste instantie pijnstillers, eventueel later aangevuld met een antibioticumkuur).
Soms raakt de verbinding tussen middenoor en het schedelbot (mastoïd), door zwelling van het ontstoken slijmvlies echter afgesloten. De pus hoopt zich in het mastoïd op en zoekt een andere uitweg naar buiten. Achter de oorschelp ontstaat dan een (vaak rode) zwelling die de oorschelp naar voren duwt. Dit wordt een mastoïditis genoemd. Wanneer een mastoïditis onvoldoende op behandeling met antibiotica reageert dan moet het mastoïd door een operatie worden geopend, zodat de pus kan afvloeien. Deze operatie wordt een mastoïdectomie genoemd. Het bot achter de oorschelp wordt met een boor opengeboord. De gemaakte (mastoïd)holte moet worden gereinigd en meestal wordt er een draintje achtergelaten, zodat ook na de operatie nog pus en wondvocht kan afvloeien. Dit draintje kan na een paar dagen worden verwijderd.

Als het trommelvlies al niet was opengescheurd, dan wordt het trommelvlies tijdens de operatie zeker doorgeprikt (paracentese) en vaak een trommelvliesbuisje achtergelaten. Achter de oorschelp blijft een litteken achter.

 

2) Chronische middenoorontsteking

Bij een chronische middenoorontsteking is het slijmvlies in het middenoor en mastoïd langdurig ontstoken. Het slijmvlies is hierbij verdikt. Er wordt abnormaal veel slijm gevormd en soms ontstaan er in het slijmvlies poliepen. Er is vrijwel altijd een defect in het trommelvlies aanwezig. Patiënten met een chronische middenoorontsteking hebben meestal weinig pijn. Wel “voelen” zij hun oor en vaak komt er van tijd tot tijd vocht uit het middenoor door een gat in het trommelvlies (loopoor). Dit vocht heeft meestal een vieze, weeë geur. Door de ontsteking is het gehoor meestal verminderd, waarbij het gat in het trommelvlies en mogelijke aantasting van de gehoorbeentjes (zie de eerste guur) een rol spelen.

In een deel van de gevallen groeit er bij een chronische middenoorontsteking huidweefsel in het middenoor. Deze huidcellen (cholesteatoom genaamd) horen niet thuis in het middenoor en kunnen het bot aantasten en zo schade veroorzaken.

 

Wanneer er cholesteatoom aanwezig is, is de kans op ernstige complicaties groter, zoals:

  • Aantasting van de gehoorbeentjes, waardoor het gehoorverlies (van het
    geleidingstype) geleidelijk toeneemt
  • Een hersenvliesontsteking door doorbraak vanuit het mastoïd naar het hersenvlies
  • Een hersenabces door doorbraak door het hersenvlies naar de hersenen
  • Een verlamming van de aangezichtszenuw
  • Duizeligheid door aantasting van het evenwichtsorgaan
  • Ernstige binnenoorgehoorverlies en zelfs doofheid door aantasting van het slakkenhuis

 

Een chronische middenoorontsteking kan met een antibioticumkuur (oordruppels en/of tabletten) vaak wel iets rustiger worden, maar genezing wordt zelden bereikt. Hiervoor is een operatie nodig. Deze operatie wordt een sanerende (schoonmakende) ooroperatie genoemd: het zieke slijmvlies en, indien aanwezig, het cholesteatoom worden verwijderd en het gat in het trommelvlies wordt zo mogelijk gesloten.

 

Een sanerende (schoonmakende) ooroperatie

De operatie wordt verricht via de gehoorgang, via een snee achter de oorschelp of via een combinatie van beide toegangswegen.
Bij een schoonmakende ooroperatie kan het nodig zijn een deel van de gehoorbeenketen te verwijderen. Dit zal met name bij cholesteatoom het geval zijn. Op die manier ontstaat er voldoende ruimte om de ontsteking te kunnen opruimen en wordt de kans op beschadiging van het slakkenhuis door het schoonmaken van de gehoorbeentjes kleiner. Overigens zal bij de aanwezigheid van cholesteatoom meestal aantasting van de gehoorbeenketen zijn opgetreden voordat er wordt geopereerd.
De uitgenomen gehoorbeentjes (of delen daarvan) kunnen vaak weer worden gebruikt om het gehoor te verbeteren, soms tegelijkertijd, meestal in een later stadium. Het trommelvlies wordt hersteld met fascie of kraakbeenvlies (zie bij trommelvliessluiting).
Het doel van een schoonmakende ooroperatie is een rustig, droog en veilig middenoor met een intact trommelvlies verkrijgen. Wanneer er geen cholesteatoom aanwezig was, zal het gehoor na de operatie vaak zijn verbeterd. Wanneer er wel cholesteatoom aanwezig was, zal het gehoor veelal niet zijn verbeterd of zelfs (tijdelijk) zijn verslechterd. Dit gebeurt met name als veel aangetast bot moet worden verwijderd. Er ontstaat dan automatisch een grote holte in het mastoïd (radicaalholte). Deze holte kan dan via de gehoorgang worden benaderd. In de regel betekent dit dat er levenslang regelmatig een oortoilet door de kno-arts moet worden gedaan. Het kan dus gebeuren dat de kno-arts een veilig oor belangrijker acht, dan een beter horend oor.

Cholesteatoom kan na operatieve verwijdering terugkomen. Daarom kan worden besloten om 9 tot 12 maanden na een schoonmakende ooroperatie, waarbij cholesteatoom is verwijderd een tweede operatie te verrichten (“second look”). Bij deze tweede operatie wordt gekeken of het middenoor schoon is, zo nodig kan dan tegelijk worden geprobeerd de gehoorbeenketen te herstellen om zo het gehoor te verbeteren. Bij dit herstel kan gebruik worden gemaakt van de eigen gehoorbeentjes
of gehoorbeentjes van kunststof. Wanneer er sprake is van een beperkt cholesteatoom, kan al tijdens de eerste, schoonmakende, operatie worden besloten de gehoorbeenketen te herstellen.

 

Waar vindt de ingreep plaats?

De ingreep zal onder algehele narcose worden verricht in dagbehandeling op de operatieafdeling van het Spaarne Gasthuis in Haarlem Noord, Haarlem Zuid of Hoofddorp.

 

Voorbereiding

 

Afspraak maken bij polikliniek anesthesiologie

Voorafgaande aan de operatie wordt u verwacht op de polikliniek anesthesiologie. Hier krijgt u een gesprek met een anesthesioloog en met een verpleegkundige die u informeren over de voorbereidingen en de vorm van anesthesie. Deze afspraak zal voor u worden gemaakt.

 

Nuchter zijn

Voor deze ingreep is het noodzakelijk dat ‘nuchter’ bent.

Dat wil zeggen:

  • u de dag vóór de opname vanaf 24.00 uur niet meer mag eten en
  • u op de ochtend van de ingreep tot 6.00 uur nog heldere vloeistoffen mag drinken
  • u alleen na voorafgaand overleg met de KNO-arts medicijnen mag gebruiken

Geldt voor u een ander beleid, dan heeft de anesthesioloog dit met u besproken. U kunt dit nalezen op het informatieblad dat hij u heeft meegegeven.

Verder raden wij u dringend aan op de dag van de operatie vlak voor uw vertrek naar het ziekenhuis een paracetamol 1000 mg in te nemen.

 

Dag van opname

Enkele uren voor uw operatie wordt u verwacht op de afdeling dagverpleging in het Spaarne Gasthuis. De middag voorafgaande aan de behandelingsdag kunt u contact opnemen met de afdeling dagbehandeling om te informeren hoe laat u wordt verwacht. U meldt zich via de receptie bij de verpleegkundige. Zij houdt een kort opnamegesprek met u, waarin ze u vragen stelt en zo nodig aanvullende informatie geeft over de behandeling. Zij zal u ook naar het operatiecomplex brengen.

 

Neemt u de dag van de opname het volgende mee:

  • verzekerings- en identiteitsbewijs
  • dieetvoorschrift en medicijnen, als uw die gebruikt
  • sokken of pantoffels
  • een pyjama en extra ondergoed

 

Werkwijze

Na aankomst op het operatiecomplex zal de anesthesioloog of een verpleegkundige u komen halen en brengt u naar de behandelkamer. De narcose wordt toegepast op de manier die de anesthesioloog met u besproken heeft.

 

Na de operatie

Na de operatie komt u eerst op de uitslaapkamer en vervolgens weer op de afdeling dagbehandeling. Over het geopereerde oor bevindt zich een verband wat de volgende dag verwijderd mag worden. Na de operatie kan er nog een aantal dagen (bloederig) vocht uit het oor komen. In overleg met een KNO-arts kan worden besloten dit te behandelen met oordruppels of een antibioticumkuur. Soms bevindt zich in de gehoorgang een klein gaasje. Dit moet daar blijven tot het volgende polikliniek bezoek.
Achter de oorschelp (in de plooi) of iets hoger tussen de haren kunnen zich enkele oplosbare hechtingen bevinden. Pijn staat over het algemeen niet op de voorgrond na een operatie, soms kunt u wat licht in het hoofd en wat misselijk zijn. De oorschelp kan enige tijd wat ongevoelig zijn.

De smaak aan de geopereerde zijde kan gedurende enige tijd anders worden waargenomen. Na een schoonmakende ooroperatie is nog enige tijd poliklinische controle nodig; de duur en de frequentie wisselt per patiënt.
Indien tijdens de operatie een radicaalholte wordt gemaakt, blijft regelmatige controle vaak noodzakelijk om achterblijvend oorsmeer te verwijderen.

 

Postoperatieve leefregels

Om het genezingsproces zo goed mogelijk te laten verlopen en hiermee de slagingskans van de operatie te optimaliseren zijn er gedurende 5 weken na de operatie enkele belangrijke leefregels.

Er dient voorkomen te worden dat er water in het oor komt.
Druk op het hoofd (niezen, snuiten, persen, bukken) dient vermeden te worden evenals zware fysieke inspanning (zwaar werk, sport, gym).

 

Is er kans op complicaties?

Gelukkig zijn die er vrijwel niet voor gehoorverbeterende operaties, anders zou het niet verantwoord zijn een dergelijke operatie voor niet direct ernstige of levensbedreigende aandoeningen, zoals hierboven beschreven, uit te voeren.

 

Gehoor

Bij elke ooroperatie is er een zeer gering risico op blijvend gehoorverlies door schade van het slakkenhuis.

 

Evenwicht

Omdat het evenwichtsorgaan in het operatiegebied ligt, kunnen evenwichtsstoornissen optreden, maar deze zullen meestal in de loop van de tijd geleidelijk verdwijnen.

 

Aangezichtszenuw

Aangezichtszenuw (nervus facialis) loopt door het middenoor. Bij gehoorverbeterende operaties loopt deze zenuw geen risico. Soms kan de zenuw in het middenoor een andere positie hebben waardoor besloten kan worden van de voorgenomen ingreep af te zien omdat dan wel een risico tot beschadiging aanwezig is. Dit komt overigens zelden voor.

 

Smaakzenuw

Door het middenoor loopt een kleine zenuw (chorda tympani) die de smaak verzorgt van het voorste deel van één zijkant van de tong. Bij operaties in het middenoor kan deze zenuw – gedeeltelijk of geheel – beschadigen. Er kan bij een gedeeltelijke beschadiging een tijdelijke (weken) smaakstoornis ontstaan (in ongeveer 5% van de ooroperaties).
Het is zelden nodig de zenuw door te snijden om ontsteking goed te kunnen verwijderen. Wanneer de smaakzenuw in zijn geheel beschadigt, zal de smaakstoornis vrijwel altijd geleidelijk (tot na 6 maanden) weer overgaan.

 

Vragen

Het is van belang dat u juiste en duidelijke informatie heeft gekregen. Aan de hand van deze informatie beslist u, samen met uw arts, of u de behandeling wilt ondergaan.
Het is niet mogelijk om in deze voorlichtingsfolder alle details voor elke situatie
te beschrijven. Het kan zijn dat u ondanks de uitleg van uw arts nog vragen heeft of dat u meer informatie wilt. Aarzel dan niet om contact op te nemen met uw KNO-arts en om nadere uitleg te vragen. Noteer eventueel uw vragen van tevoren, zodat u niets vergeet.

Telefoonnummers

 

Bij problemen kunt u tussen 08:00 en 16:30 contact opnemen met de polikliniek KNO Vijf Meren Kliniek, Spaarne Gasthuis,  Telefoon: 023-2248422.

 

Buiten vermelde tijden met de afdeling Spoedeisende Hulp van het Spaarne Gasthuis:

Haarlem Zuid              T 023 224 4880

Haarlem Noord            T 023 224 7880

Hoofddorp                  T 023 224 6880

 

Bronvermelding:
Vijf Meren Kliniek / www.kno.nl

Versie 2020